Idyllen
Gefeliciteerd Ilja Leonard Pfeijffer met de VSB Poëzieprijs 2016!
In ‘Idyllen’ brengt Ilja Leonard Pfeijffer al zijn poëtische kracht, verlangen en meesterschap bij elkaar (…) Dit luisterboek zingt, knarst, fabuleert, droomt en barst uit zijn voegen van een nauwelijks te remmen dichterlijke droom. – Uit het juryverslag
Ilja Leonard Pfeijffers Idyllen is in veel opzichten bijzonder. De dichter koos doelbewust voor de traditionele en bijna vergeten vorm van het klassieke gedicht in rijmende alexandrijnen. Op zich is dit al een poëticale provocatie die een discussie aangaat met de actuele poëzie, ook van hemzelf in eerder werk. Pfeijffer neemt duidelijk afstand van de huidige poëtische mores die resulteren in vaak losse, rijmloze, meestal niet langer dan één pagina lange gedichten. Deze bundel is ook bijzonder en meesterlijk omdat de dichter erin slaagt zowel hoge als lage taalregisters te bespelen. Zonder dat dit afbreuk doet aan de sterke, dwingende verteltrant en metaforische kracht van het geheel. De dichter onderzoekt in Idyllen de poëzie en dat onderzoek neemt bij hem een persoonlijke wending. Ook roept hij in de bundel een idylle op van de klassieke oudheid waarvoor in deze wereld geen plaats meer is. Dit geeft aan het geheel een bittere onderlaag. Hij geeft dit alles vorm in een hoogst persoonlijke, poëtische taal. Hij wilde poëzie schrijven die nieuwe wegen opent, zonder dat ze vervalt in morele verontwaardiging, poëzie waarin hij ook zichzelf de les leest. ‘Ik heb het zelf in het verleden fout gedaan’ zegt hij ergens met enige ironie, ‘ontwortelaartje dat ik mij daar was. De waan / dat ik de toch al losse schroeven nog meer moest / ontregelen en hoopjes zekerheden woest / moest ondergraven, heeft de zaak geen goed gedaan.’
In Idyllen maakt Pfeijffer een tocht langs de wereld. Hij schuwt de grote woorden niet, zoekt inventief en nooit vrijblijvend of gratuit naar de eigen hang ups. Altijd dwingend, op het obsessieve af, soms humoristisch, vaak gewaagd, regelmatig exuberant en overdreven, niet bevreesd voor wilde dichtregels en onversneden bravoure. De bundel staat vol vrolijke en diepzinnige vondsten. Waarmee de dichter tegelijkertijd ook rekenschap aflegt van zijn belezenheid en grote kennis van de klassieken. Hij maakt daar op zijn tijd pijnlijke grappen over, bijvoorbeeld wanneer hij zijn in de media veelgeprezen geleerdheid afdoet als ‘een indrukwekkende deskundigheid / te praten over iets wat ik nooit heb gelezen.’ Met telkens weer ook verrassende verstilling en ontroerende intimiteit. En altijd zijn er de regels die er zomaar ineens lijken te staan, die je wakker maken, die je opnieuw laten nadenken over wat poëzie is, of zou moeten zijn. ‘Er is geen leven dan te leven in de waan. / Geen mens heeft waarheid in een afgesloten la. / Men leeft als vergelijking de verhalen na.’
De jury van de VSB Poëzieprijs 2016